Een Lada. Zo'n grote vierkante bak staal. Ik zat destijds op de rampzalige School voor de Journalistiek in Kampen en had om mijn leraren te provoceren gekozen voor een stage bij de Telegraaf. Foute inschatting. Klote tijd. Ik maakte in die periode van drie maanden slechts een vriend bij de krant: Cokkie Toorenspits. Cokkie was een rauwdauwer, een free-lance fotojournalist die vrijwel dagelijks op de stadsredactie van het toen nog bestaande Courant /Nieuws van de Dag kwam kijken om zijn foto's te verkopen.
Cokkie was grappig. In tegenstelling tot mijn tijdelijke chef, Peter Wijnands, die het met lede ogen aanzag dat ik het goed met de fotograaf kon vinden. Pas later begreep ik waarom: die twee konden elkaar niet luchten of zien en van strategisch je vrienden kiezen op de werkvloer had ik toen, en nu nog steeds eigenlijk, weinig begrepen.Vanaf dat ik Cokkie leerde kennen ging ik met hem op stap, hij nam me mee naar zijn favoriete kroegen, tipte me over onderwerpen waar ik over kon schrijven en regelmatig ging ik 's nachts met hem op pad om brandjes, ongelukken, steekpartijen en andere ellende in de stad te fotograferen.
Sensatie. We zaten samen in zijn huis te luisteren naar allerlei politiescanners en als er iets interessants gebeurde dan schoot hij zijn windjack aan, pakte zijn camera's en raasde de trap af naar zijn Lada. Geen auto om je snel mee door het stadsverkeer te begeven zou je denken maar bij deze Lada lag het net even anders omdat Toorenspits er een andere, veel krachtiger motor in had laten bouwen waardoor hij met het grootste gemak, hondsbrutaal en op hoge snelheid als eerste op de plek van bestemming kon arriveren om kiekjes te maken.
Daarna reed hij naar huis om zijn foto's te ontwikkelen en begon hij met bellen. In de ene hand een toestel voor de Telegraaf en in de andere eentje voor het Algemeen dagblad. In plat Amsterdams beweerde hij dan een absolute topplaat voor de voorpagina te hebben gemaakt en liet beide kranten tegen elkaar opbieden tot hij een goede prijs had gekregen.
Met Cokkie viel niet te spotten. Zeker niet in het verkeer. Op een avond reden we we vanaf de Prins Hendrikkade de Haarlemmer Houttuinen op. Voor ons reed een stadsbus. Cokkie wilde passeren, een eindje verderop versmalde de weg, maar de chauffeur gaf gas bij met het idee dat het Ladaatje aan zijn linkerzijde zijn snelheid moest matigen om niet op een verkeerszuil te klappen. Cokkie gaf een dot gas, spoot vooruit, sneed de bus af, remde, stapte uit en in een ruk door de bus in waarna, hij de bestuurder bij zijn strot greep, een salvo scheldwoorden op hem afvuurde, uit en weer instapte en vervolgens wegreed alsof de stad hem toebehoorde.
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2548613/1996/10/26/DE-DAG-VAN-COKKIE-TOORENSPITS.dhtml .