Sipco Poortinga
Tekst toevoegen
  • Home
  • Fragment
  • Bestellen
  • Blog
  • Media
  • Contact
  • Columns
  • Cartoon
  • Links
  • English

River

12/24/2015

0 Comments

 
Ik kan River nog makkelijk in mijn herinnering terug roepen. Begin twintig, half-lang vlassig blond haar, ongeveer een meter tachtig, vriendelijke, serieuze oogopslag. De jonge Duitser kleedde zich als een jonge hippiegoeroe en was met zijn merkwaardige, rustige uitstraling de spil van een groep niet uitzonderlijk knappe, maar wel erg sexy, levenslustige meiden, die wekelijks dansten op de trance-feesten die her en der in Hamburg werden gehouden. De parties in de Noordduitse stad waren zo anders dan dat ik in Nederland gewend was, dat ik, na een eerste kennismaking, zo vaak ik maar kon, weer afreisde om mij onder te dompelen in een weekend vol hedonisme.  
Het eerste feest wat ik bezocht, en waar ik ook River leerde kennen, vond plaats in februari 1993, in het ronde restaurant bovenin de televisietoren van Hamburg. Ik was uitgenodigd door de organisator, een vriend van een vriend, om langs te komen om te helpen bij de opbouw van een feest dat twee weken zou gaan duren. Wat er zich die dagen afspeelde in de Fernsehturm, zo concludeerde ik, was een poging om het gebouw om te toveren tot een zinsbegoochelende tempel ter ere van een viering van de krankzinnigheid.
Tijdens de hoogmis, in de zaterdagnacht, word ik zo high als ik zelden ben geweest. Iedereen heeft MDMA geslikt wat zorgt voor een zeldzame sfeer van verbroedering, vooral onder de mensen die hebben geholpen het feest op te tuigen. Later in de nacht bekruipt me, na de uitwerking van de drugs,  het gevoel of ik in een psychiatrische kliniek ben beland waar patienten de medicijnkast hebben geplunderd, nadat ze het verplegend personeel hebben opgesloten. Sommige mensen lopen verward, en anderen in verrukking rond.
Tegen het ochtendgloren zit ik, een beetje overdonderd van alle indrukken, mijn absurde gedachten van de MDMA-trip te overdenken. Dan voel ik een hand op mijn rechterschouder..Het is River. We hebben elkaar de afgelopen dagen wel gezien, maar nog niet eerder met elkaar gesproken. Hij stelt zich voor, vraagt hoe ik me voel, en wat ik van het feest vind. Ik zeg dat het mijn eerste Duitse trance-feest is en vertel hem dat ik een paar uur eerder een bijna religieuze fantasie had alsof deze nacht een magisch ritueel is waarbij afgevaardigden van allerlei stammen naar Hamburg zijn gestuurd om hier aanwezig te zijn. River kijkt me begrijpend aan en knikt.
‘Er is fantastische MDMA in omloop. Ik heb een hoop mensen in tijden niet zo extatisch gezien.’
We kletsen nog wat totdat zijn vriendinnetje hem in het oog krijgt en hem meetroont naar de dansvloer.
‘Wir sehen uns.’


Een paar weken later zien we elkaar inderdaad weer. Ik heb op het feest een Koerdische  kunstenaar, Shahin, leren kennen, die me heeft uitgenodigd om hem eens in zijn atelier aan de Wendenstrasse te bezoeken. Hij woont in een gigantisch kraakpand, een oud pakhuis, waar nu in het weekend, in de kelder, de feesten - van vrijdagavond tot maandagochtend - worden gehouden. Ik omhels River vrijdagsnacht’s op de dansvloer en we spreken elkaar de volgende ochtend wanneer we ons koesteren in de warme voorjaarszon, die binnenvalt door de enorme openstaande silodeuren. Ook hij woont, samen met zijn vriendin en een paar anderen, inmiddels in het enorme complex.
‘Kom je bij ons wonen, Sipco?’, vraagt hij, en staat plotseling op.
‘Kom, ik laat je wat zien.’
We verlaten het atelier, dat volhangt met tapijtuitsnedes die Schahin heeft beschilderd, en gaan de brede trappen op naar boven. Overal wilde graffiti in de portalen maar de ruimtes die River mij helemaal bovenin laat zien zijn verrassend netjes en ordentelijk; fabrieksruimtes die zijn opgedeeld in eenvoudige appartementen opgetrokken uit grote blokken wit kalksteen van 75 bij 75 centimeter. River legt uit dat het hele pand, zeven verdiepingen, op de nominatie staat om gesloopt te worden en dat iedereen is vertrokken. Behalve Shahin. Die is gebleven. Hij weigert om te vertrekken waardoor de afbraak is vertraagd. En nu zal het niet lang meer duren voordat krakers de ruimtes zullen innemen.
‘He highlander, blijf toch in Hamburg’, zegt hij, wanneer we de trap weer afdalen.   


Op de derde verdieping opent hij een masssieve groene deur en we betreden een enorme ruimte. Rustige ambientmuziek, de geur van nag champa, overal gedempt licht, blacklight decoratie, kaarsen in wijnflessen, schilderijen, foto’s  en houtskoolschetsen aan de muur, een altaar, potten verf, een dj-set installatie, bakken platen, her en der matrassen, kussens, een hemelbed getimmerd van afvalhout met een groen muskietennet, een grote eettafel met acht stoelen, een zitje met ouwe fauteuils en een houten scheepskist als tafel. River gespt zijn heuptasje af, pakt een pakje grote vloei, een zak weed en een rond paars doosje en legt het op tafel. Daarna loopt  hij naar de geïmproviseerde keuken om een fles bronwater en twee glazen te halen en peutert vervolgens twee pilletjes uit het doosje, waarvan hij er een aan mij geeft.
‘Herinner je nog die xtc van de Fernsehturm?’ Ik knik.
‘Die waren lekker.’
‘Dit zijn dezelfde.’
‘Poeh. Sterk.’
Hij lacht.
‘Klavertje vier.’

‘Ken je de boeken van Carlos Casteneda’?, vraagt River mij plotseling, nadat hij een eerste, diepe hijs van zijn joint heeft genomen.
‘Ik heb er wel een aantal gelezen.’
'Wat vind je ervan?’
‘Spannend. Mysterieus. Beetje gevaarlijk ook.’
‘Gevaarlijk? Hoe bedoel je?’
‘Kennis en macht.’
River kijkt me vragend aan.
‘Wat is daarmee?’
‘Dat boek waarin Casteneda op de laatste pagina de afgrond inspringt.’
‘De sprong naar het onbekende.’
‘Zelfmoord', zeg ik.
‘Dat ligt er aan hoe je het bekijkt.’
Plotseling gaat de deur open en eindigt ons gesprek. Melody, zijn vriendinnetje, komt binnen, springerig en vrolijk.
‘Mein Schatz, ik heb je gemist, ik wil met je dansen. Kom ‘


In de kelder is de sfeer aan het einde van de ochtend nog steeds geladen met een bezeten gekte van de gedrogeerde aanwezigen. Geen veiliger plek om dansend af te dalen in het onderbewustzijn dan hier. River gaat diep, zie ik. heel diep. Ook ik ben tijdelijk weer verlost van de demonen in mijn denken. Voor een paar uur bevrijd van de last van het bestaan. Na afloop van het weekend besluit ik te blijven. Ik kraak een ruimte op de bovenste verdieping, leen een matras van Melody en River, vind ergens een tafel en een stoel, een lamp en heb bovendien een wasbak met stromend water. Ik ben graag bij Schahin, wiens eigenwijze kunstenaarschap ik bewonder, en help Melody en River met het maken van nieuwe decoraties voor de parties.  Ook maak ik samen met River een paar schilderijen die op een bepaalde manier een afspiegeling zijn van de gesprekken die we voeren. De Duitser is geobsedeerd door de werking van hallucinogene middelen op de geest, de invloed daarvan op bewustzijn en tijd, en lijkt op een tovenaarsleerling die een serieuze studie van magie maakt. Angst lijkt hij niet te kennen.

Ik wel. Ik ben niet vies van een beetje drugs op zijn tijd maar dat de LSD die die het huis overspoelt, en die geslikt wordt als snoepjes, slachtoffers gaat maken, lijkt slechts een kwestie van tijd. Het leven in het pakhuis begint gaandeweg steeds meer op een commune te lijken en ik merk dat ik daar uiteindelijk, op de lange duur, ongeschikt voor ben. Het loopt naar de zomer en de Wendenstrasse wordt een echte hype voor freaky Hamburg. Op zonnige dagen wordt er nu ook op het dak gefeest dag in, dag uit trippende mensen die al dan niet in hun blote kont dansen op de trance muziek, die me, langzaam maar zeker, mijn oren uitkomt. Ik kan nergens meer rust vinden, vind dat het hippiegebeuren sektarische trekjes begint te krijgen, heb genoeg van alle drugs en wil weer naar Nederland. Ik heb zin in bossen, heide, strand, zee en wind.
River´s ogen lichten op nadat ik hem van mijn plannen heb verteld.
'Wij gaan mee´, zegt hij, ´Melody en ik zijn nog nooit aan de Nederlandse kust geweest. We brengen je weg. We wilden sowieso al een paar dagen de stad uit.’
Halsoverdekop vertrekken we in hun witte eend  naar Nederland, waar we aan begin van de avond aankomen op een rustig gedeelte van het strand, ergens in de buurt van Den Haag. Melody is al dagen onder invloed en ondergaat het uitstapje als een uitgelaten kind, dat zich over alles verbaasd en vol enthousiasme alle nieuwe indrukken opzuigt. Ook River is in zijn element. We hebben eten, drinken en slaapzakken meegenomen en blijven de hele nacht aan het strand. Ik voel me enigszins overbodig in het het gezelschap van het dolgelukkige tweetal en vertel de volgende morgen dat ik de trein naar huis pak.
‘Blijf nog een paar dagen’’, zeg ik, ‘het doet jullie zichtbaar goed. Bedankt voor de lift.’  
Ze knikken.
‘We houden van je. Kom gauw weer naar Hamburg.’
We omhelzen elkaar, waarna ik mijn rugzak aan een schouder hang en het strand afwandel. Bij de opgang naar de duinen zwaaien we nog een keer.

Het is de laatste keer dat ik River en Melody heb gezien. Pas een paar maanden later, met oud en nieuw,  ben ik weer in Hamburg. Op een dansfeest, op een nieuwe kraaklocatie waar een deel van de trancescene nu is neergestreken ontmoet ik Hartmut. Een van de eerste dingen die ik hem vraag is of hij River en Melody heeft gezien. Zijn gezicht betrekt.
‘Heb je het niet gehoord?'
'Wat?’ ‘River is dood. Zeven hoog van het dak gesprongen. Freitod. Na zijn begrafenis is Melody spoorloos verdwenen.’  








  .  













     

0 Comments

Before Google (BG)

12/4/2015

0 Comments

 
De veroordeelde kat


Siem-Jan woonde in een kleine kamer aan de voorkant van een pand aan de Israélstraat, een zijstraat weggestoken tussen de Harderwijkse winkelpromenade en het Kerkplein. Hij was een lange, slungelige Noordhollander met een pafferig gezicht die na een in Libanon vervulde dienstplicht bij Unifil in Libanon, een studie Nederlands in Groningen en een reis door India was neergestreken in Harderwijk, waar hij een baan in de administratie van een grote fabrikant in systeemplafonds had betrokken.
Dit verhaal is een bekentenis, want samen met hem heb ik ooit een gruweldaad gepleegd. Misschien was het anders gelopen wanneer we al Google hadden gehad maar dat is praten achteraf. Het verhaal ging zo: Ik leerde Siem-Jan kennen in een van de plaatselijke kroegen. Het was nou niet zo dat de Harderwijkse binnenstad halverwege de jaren tachtig de sfeer ademde van toen Rimbaud er nog door de straten schuimde, maar je kon er alle dagen door de week laat in de avond naar een café gaan waar je altijd wel een bekende tegenkwam om mee te kletsen en te drinken. Zoals Siem-Jan.
Na verloop van tijd nodigde Siem-Jan met uit om een keer bij hem thuis te komen eten wat uiteindelijk resulteerde in een jarenlange vriendschap waarbij ik hem wekelijks op dinsdagavond bezocht in zijn rommelige kamer. Daar stond alleen een hoge kast, een eenvoudige installatie, een kale lage tafel, een afgeleefde fauteuil en een gemakkelijk zittend, bruinstoffen bankstel. Slapen deed Siem altijd in de keuken op een stretcher die hij uitklapte tussen de lege flessen, de vuilnisbak, het aanrecht, en, na verloop van tijd, een kattenbak.
Siem had een kat in huis genomen. Een klein, zwart beestje. Het kreeg te eten en te drinken maar genoot weinig bewegingsvrijheid. Wanneer Siem-Jan naar zijn werk ging sloot hij het dier op in de kamer en wanneer hij terugkeerde snakte de kat naar beweging en glipte meestal de deur uit om door het huis te rennen. Het werd dan onmiddellijk door zijn baasje opgehaald en bij terugkomst nogal onhandig en met enige tegenzin geaaid.
De kat, van wie ik de naam vergeten ben, was niet bestand tegen dit gevangenisleven en raakte met de week gefrusteerder. Nadat het poesje krols werd begon het symptomen van ernstige leipheid te vertonen, waarbij ik niet durf uit te sluiten dat ook het inademen van de thc-dampen hebben bijgedragen aan die toestand. Geil werd dat beest. Geil. Niet te geloven. Erger dan de zwaarste nymfomane slettebak van de stad. Overdag zat ze de hele dag in het raam, kreunend en miauwend,  te loeren naar een kater. Wanneer Siem-Jan weer thuis kwam dan zat het beestje soms letterlijk in de gordijnen. Of het maakte reuzensprongen van de kast naar de stoel en omgekeerd. Het was echt een fenomeen. Soms als ik binnenkwam bespiedde het beest mij minutenlang met haar pikzwarte ogen. Meestal ging ze daarna op haar rug liggen om te kermen om een beurt .Op zulke momenten haalde ik haar wel eens aan maar was daar mee gestopt nadat het onvoorspelbare beest, met haar scherpe klauwen, een flinke schram op mijn gezicht had gezet. Ik 
was nu uitermate op mijn hoede. ‘Die poes van jouw is gek geworden Siem’, zei ik terwijl we zaten te eten en de kat op de twee meter hoge kast zat in een houding van een roofdier die op het punt staat zijn prooi te bespringen. 
'Dit gaat niet goed.’ 
Siem-Jan beaamde het.
‘Maar wat kan ik doen. Moet ik het laten afmaken'?
‘Je had het wat vaker naar buiten moeten laten gaan.’
‘Misschien is het daar nu wat te laat voor. Dan krijg ik schadeclaims.’, lachte hij.


Hij wilde het nog een poosje aanzien maar de toestand van de kat werd slechter en slechter.
‘Volgens mij heeft het een hekel aan vrouwen. Van de week heeft ze mijn buurvrouw aangevallen. Het meisje schreeuwde van de schrik en durft hier nauwelijks meer te komen.
‘ Jezus, dat kán niet Siem.’
‘Nee, je hebt gelijk. Laura was hier laatst blijven slapen en die kutkat was gewoon jaloers. Brieste haar als een volkomen gestoorde toe.’
Ik schudde mijn hoofd. Had het dier een hekel aan vrouwen? Dit was echt te gek. We filosofeerden over het lot van de kat. Moest het dood? Als het zo doorgaat, ja, dan moet het dood. Een spuitje laten geven? Te duur. Dan moeten we zelf onze verantwoording nemen.
‘Maar ik wil het niet alleen doen’, zei Siem-Jan. ‘Wil je me helpen?
Ik zuchtte.
‘Laten we over hoe en wat nog even nadenken.’
Een week later belde ik om een uur of zeven bij Siem-Jan aan. Met een filtersigaret in zijn hand opende hij de deur en stak zijn hand op.
‘Kom binnen. Ik moet even de kat zoeken.’


Het duurde een paar minuten voordat hij terug was, wat me de tijd gaf om eens goed om me heen te kijken. Op diverse plekken in de kamer was het behang vernield en ook het meubilair had hevig te lijden gehad onder de capriolen van de kat. Spartelend in zijn armen bracht hij het doorgedraaide beestje terug; Siem-Jan had er weer een paar fikse schrammen op zijn handen bij. We hadden het verder niet meer over de kat, schonken nog wat wijn in en kletsen. Ons gesprek werd onderbroken door de deurbel. Iemand om de meterstand op te nemen. De man kwam binnen en liep naar de meterkast bij het raam. Geheel onverwacht schoot de kat vanaf de kast bij de meteropnemer op zijn nek. Een sprong van ongeveer vier meter. De man sloeg de kat van hem af en nam de aanval rustig op.
‘Dat beest is gestoord’, zei hij, schreef de stand op, groette ons en verdween.
Die kat haat niet alleen vrouwen, dacht ik droog. Ik keek Siem-Jan aan. Die schudde met zijn  hoofd.
‘Dat beest moet weg.'


In het uur dat volgde op de aanval van de kat spraken we het doodvonnis uit en gingen nog diezelfde avond over tot excecutie. Siem-Jan had een stuk touw gevonden dat hij in de keuken om het nekje van het beestje bond. Ik stond laf om de hoek in de kamer. Ik had ingestemd om mee te doen mits ik met mijn ogen het stervensproces van de kat niet hoefde te volgen. Siem-Jan overhandige mij een einde van het touw en beiden begonnen we de strop vast te trekken. In de kamer hing een doodse stilte die na een poosje vanuit de keuken werd onderbroken.
‘Ah.., aahh,... aaahhh…., kreunde Siem-Jan alsof hij met een halfstijve pik een orgasme beleefde. ‘Zij piste nog even, schokte met zijn lijfje en ging dood.’ Ik stopte met het uitoefenen van kracht op het touw en liep de keuken in. Het dier lag slapjes op een krant. Siem-Jan stond er een moment verslagen bij te kijken maar pakte daarna het kadaver van zijn huisdier en stopte het in een vuilniszak.




     
    

0 Comments

    Archives

    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015
    August 2015
    July 2015
    June 2015
    May 2015
    April 2015
    March 2015
    February 2015
    January 2015
    December 2014
    November 2014
    October 2014
    September 2014
    August 2014
    July 2014
    June 2014
    May 2014
    April 2014
    March 2014
    February 2014
    January 2014
    December 2013
    November 2013
    October 2013
    September 2013
    August 2013
    July 2013
    June 2013
    May 2013
    April 2013
    March 2013
    February 2013
    January 2013
    December 2012
    November 2012
    October 2012
    September 2012
    August 2012
    July 2012
    June 2012
    May 2012
    April 2012
    March 2012
    February 2012
    January 2012
    November 2011
    October 2011
    September 2011
    August 2011
    July 2011
    May 2011
    April 2011
    March 2011
    February 2011
    January 2011
    December 2010
    November 2010
    October 2010
    September 2010
    August 2010
    July 2010
    June 2010
    May 2010
    April 2010

    Categories

    All
    Belangenverstrengeling
    Beroepsleugenaar
    Boven De Wet
    Corruptie
    Justitie
    Teeven

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.